Via een medewerker van stripwinkel Akim hoort Herman dat op 1 februari het 4e deel uit de serie Purple Heart zal verschijnen. Door de positieve berichten over deze serie besluit hij deel 1 aan te schaffen. Hopelijk smaakt het naar meer.
Joshua Flanagan, een drager van het Purple Heart, gaat begin jaren 50 als privédetective aan het werk bij een advocatenkantoor. Hij krijgt de opdracht om een afpersingszaak te onderzoeken. De vriendin van een vastgoedmagnaat wordt heimelijk gefilmd tijdens een slippertje en daarna gechanteerd. De vraag is echter wie wordt er gechanteerd en wie is de afperser?
Herman is vooral gecharmeerd van het originele plot in combinatie met goed verzorgd taalgebruik. Dat heeft hij de laatste tijd door het gebruik van vertaalcomputers wel anders meegemaakt. Een prachtige vondst vindt hij de tussentijdse tekstblokken. Ze zorgen voor verduidelijking van het verhaal en een welkome aanvulling op de tekstballonnen. Het geeft hem als lezer het gevoel dat de schrijver hem serieus neemt.
De tekeningen van Guy Raives zijn goed verzorgd en sfeervol. Voor zover Herman dat kan beoordelen, wordt het New York van de jaren 50 goed getypeerd. Verder doen de tekeningen een beetje aquarel-achtig aan, wat goed past bij het tijdsbeeld. Het kleurgebruik is sfeer bevorderend en je kunt zien dat hier een artiest aan het werk geweest is die zijn ambacht nog serieus neemt.
Samenvattend vindt Herman het een van de betere stripboeken die hij de laatste tijd gelezen heeft. De verhalen van elk deel staan op zichzelf en hij is zeker van plan om de ontbrekende delen van de serie aan te schaffen. Doordat zijn maandbudget voor stripaankopen al ruimschoots overschreden is, zal er helaas wel een extra zaterdag grasmaaien voor nodig zijn. Dat is de enige manier om Babs’ toestemming te krijgen.
